Op
een dag zei moeder geit tegen haar zeven kinderen: "Ik
moet naar de stad en jullie moeten thuis blijven. Denk erom,
jullie mogen niemand binnenlaten." "Maar als je
dan terugkomt?" vroegen de kleine geitjes. "Mij
herkennen jullie wel," zei hun moeder," Ik heb een
witte vacht en een zachte stem." En ze vertrok. De zeven
geitjes gingen aan de grote tafel zitten en deden spelletjes.
Maar opeens werd er aan de deur geklopt. "Wie is daar?"
vroegen de geitjes. "Ik ben het," zei de wolf,"
jullie moeder." "Nee hoor," zeiden de geitjes,"
je bent onze moeder niet. Je stem is veel te hard. Je bent
de wolf. We doen niet open." En wolf vertrok. Hij kocht
een grote pot honing en smeerde dat in zijn keel. Nu klonk
zijn stem veel zachter. Weer klopte hij aan bij de zeven geitjes.
"Wie is daar?" vroegen ze. "Ik ben het, je
moeder," zei de wolf met een zachte stem. Maar één van
de geitjes zag een stukje van zijn poot. "Nee,"
zeiden ze," Je bent onze moeder niet. Onze moeder heeft
witte poten. Jij bent de wolf. We doen niet open. Laat ons
toch rustig spelletjes doen." En de wolf vertrok.
Hij
ging naar de bakkerij en stak zijn beide voorpoten in een
bak meel. Nu had hij witte poten. Weer klopte hij aan bij
de geitjes. "Wie is daar?" vroegen de geitjes. "Ik
ben het, je moeder," zei de wolf met een zachte stem.
Eén van de geitjes zag een stukje van een witte poot. "De
stem is zacht," zeiden de geitjes tegen elkaar,"
en de poot is wit. Dit moet onze moeder zijn." Ze deden
de deur open en schrokken vreselijk. De wolf at het ene na
het andere geitje in één hap op. Een paar uur later
kwam moeder geit thuis, en ze barstte in snikken uit. "Al
mijn kinderen opgegeten!" jammerde ze. Toen hoorde ze
een klein stemmetje zeggen:"Ja maar ik niet." Dat
was het jongste geitje. Het had zich verstopt in de grote
klok en kon nu alles vertellen wat er was gebeurd. Samen gingen
ze op zoek naar de wolf. Ze vonden hem bij de rivier. Hij
was in diepe slaap. Voorzichtig sneed moeder geit zijn buik
open. Zes kleine geitjes sprongen er opgelucht uit.
Toen
vulden de geitjes de buik van de wolf met zware stenen. Ze
gingen weer naar huis om bij te komen, en om het laatste spelletje
af te spelen. Niet lang daarna werd de wolf wakker. Hij begreep
niet waarom hij zo'n pijn in zijn buik had. Hij stond op,
maar viel meteen voorover, de rivier in.
Plons. Weg wolf. En de zeven geitjes leefden nog lang en gelukkig...
|