De
dochter van de koning had een glimmende gouden bal, waarmee
ze graag speelde. Ze gooide hem hoog in de lucht en ving hem
weer op. Maar op een keer ving ze de bal niet op. Hij stuiterde
en rolde van haar weg, zo de vijver in. De prinses was
erg bedroefd. Ze kon niet bij de bodem van de vijver. Maar
opeens hoorde ze een stemmetje:" Huil maar niet." Ze keek
op en zag een vette, groene kikker zitten. "Wat krijg ik van
je," zei de kikker," als ik je bal uit het water haal?" "Alles
wat je maar wilt," zei de prinses. "Dan wil ik van je bordje
eten en in je bedje slapen," zei de kikker. Dat wilde de prinses
liever niet. Maar omdat ze zo graag haar bal terugkreeg, zei
ze:" Goed." De kikker bracht de bal terug. En zonder dankjewel
te zeggen rende de prinses ermee weg.
De
volgende dag zat ze net met haar ouders aan het avondmaal,
toen er iets glads en nats binnenkwam. Het was de kikker,
die van haar bordje kwam eten. "Wat doet dat beest hier?"
vroeg de koningin. Toen moest hun dochter wel vertellen wat
ze aan de kikker had beloofd. "Wat je beloofd hebt moet je
doen," zei de koning. Na het eten ging het prinsesje naar
bed. De kikker kwam achter haar aan en sprong met zijn glibberige
lijf op haar hoofdkussen. "Ik mag in je bedje slapen," zei
hij. "Ga weg!" gilde de prinses en ze smeet de kikker in de
verste hoek van de kamer. Maar toen gebeurde er wat er alleen
in sprookjes met een kikker kan gebeuren. Hij veranderde
op slag in een mooie prins met een bult op zijn hoofd. "Jij
hebt de betovering verbroken," zei de prins. "Ik was door
een gemene heks in een kikker veranderd." Nu wilde het prinsesje
wel dat de prins van haar bordje at en in haar bedje sliep.
Eerst moesten ze trouwen met veel feest en lekkernijen. En
de gouden bal, die midden op de eettafel lag, glom mooier
dan ooit.
|